Visie

In zijn ontwerpen zoekt Dick Huigens als het ware naar de verzoening tussen cultuur en natuur, tussen minimalistische vormgeving, geboren uit de lijnen van gebouwen en omgeving, en de levendigheid van de natuur. Tuinarchitectuur onderscheidt zich van architectuur door de aanwezigheid van groei, een extra dimensie. Naast tuin-bouwkundige elementen als hagen, heesterblokken, vormbomen etc. worden planten vooral in een natuurlijke, zo mogelijk plantensociologische setting toegepast. Het wezen van de beplanting is bewegen in de tijd, groei. Beplanting ziet er dus in Dick Huigens’ visie in de eerste plaats uit als zijnde ‘gegroeid’ en niet als ‘neergezet’. Schijnbare toevalligheid...

Het grondplan wordt gekenmerkt door een sobere, heldere opbouw - noem het gedistingeerde onopvallendheid - en een grote precisie in het detail en in de materiaalkeuze. Alles is op elkaar afgestemd. Dick zoekt, schaaft, vijlt, schuift en kiest net zolang tot het meest essentiële, wezenlijke, meestal minimale in het ontwerp is bereikt. Mies van der Rohe noemde dat al heel lang geleden: Less is more, de kunst van het weglaten. Maar in een tuin ziet Dick Huigens dit nooit los van de beplanting. Een uitbundige, gevarieerde beplanting versterkt, hoe vreemd dat op het eerste oog ook mag lijken, juist het totale beeld van rust, ruimte en lucht, waartoe is aangezet door een duidelijke vormgeving. Belangrijk voordeel van een dergelijke synthese, fusie van contrasten is, dat zo’n tuin als geheel weinig onderhoud vergt. Voor Dick Huigens bemiddelt tuinarchitectuur tussen mens en omgeving. Hij beschouwt het als een van de belangrijkste taken van een tuinarchitect om zin te geven aan de wereld om ons heen. In de praktijk komt dat vooral neer op het creëren van omgevingen van rust in een steeds drukker wordende wereld, op tuinen, die zich niet opdringen, maar op een subtiele en geavanceerde manier “mooi zijn”.

Een tuinarchitect zou naar zijn mening bovenal moeten ontwerpen wat een bepaalde locatie nodig heeft om tot een ‘plek’ te worden. Een ‘plek’, waar mensen en planten zich prettig (= natuurlijk) voelen. In de nabije toekomst zullen de activiteiten van Dick Huigens vooral gericht zijn op vervolmaking, verdieping en experiment, in het teken staan van een zoektocht naar dé absolute architectonische vorm in combinatie met waarachtige natuur.

“Ik vind dat er heel veel zingeving zit in het zoeken naar schoonheid”.